ChriTm 3 April 2021, 10:18 De genoemde collega-zeelieden betreffen commandant, stuurlieden, machinisten, werktuigkundigen, officier van gezondheid en burger ambtenaar. Die dan wel ingedeeld waren bij de Dienst der Bebakening en Kustverlichting van het Departement van Scheepvaart, dan wel bij de Hydrografische Dienst van de Gouvernementsmarine (opnemingsvaartuigen).De in dit album genoemde personen die werkzaam waren bij deze diensten in de periode 1923-1929, met de juiste namen en voorletters.J. C. M. Warnsinck (commandant), H. O. Kampschuur, G. M. H. van de Loo, P. J. Frenay, G. Boudewijns, M. Steffen, G. Uijlenburg, D. Bennink, B. F. van der Putte, J. Reitsma, Th. H. B. Krone, J. Fray, H. W. Vorster, L. M. Reiniers, R. Troost, G. D. Maas (Off van Gezondheid), A. W. Nedopil (burger ambtenaar) .De ik-persoon in dit album blijft onduidelijk. Gezien zijn uniform (diverse pagina’s) en het feit dat hij over een hutjongen beschikt (pag. 29), zal hij een van de eerder genoemde functies hebben gehad.De genoemde commandant is Johan Carel Marinus Warnsinck (Hoogwoud, 11 november 1882 – Den Haag, 21 juli 1943), een Nederlandse marineofficier, maritiem historicus en bijzonder hoogleraar maritieme geschiedenis te Utrecht (1939). Hij was commandant van het hydrografisch opnemingsvaartuig de Hr. Ms. Eridanus van 22-01-1924 tot 16-11-1925. Op dit schip diende ook de meesten van het eerder genoemde personeel.De kustlichten brandden op gas het z.g. Blau-gas. De afdeling Bebakening en Kustverlichting had in Surabaja en Palemhang (pagina 3) fabrieken, die dit gas uit Solarolie stookten.